Op deze pagina vindt u het volledige overzicht van de lopende projecten voor een passende bekostiging in de msz. De projecten kennen een verschillende doorlooptijd. Meer op zichzelf staande wijzigingen willen we afronden in de lopende releases. De komende 5 jaar richten we ons ook op meer complexe wijzigingen en vanwege de grote onderlinge samenhang zullen we deze in één keer na 5 jaar doorvoeren.
Meer aandacht voor de positie van de patiënt
Binnen dit project is onderzocht hoe de dbc-systematiek beter aan kan sluiten bij het uitgangspunt dat passende zorg tot stand komt in een gezamenlijk besluitvormingsproces met en rondom de patiënt.
Samen beslissen
Samen beslissen is het goede gesprek tussen de behandelaar en de patiënt. Hierbij neemt de behandelaar de tijd om de patiënt goed te informeren over de behandelopties om vervolgens samen tot een besluit te komen. Vanuit de sector zijn er veel signalen dat samen beslissen onvoldoende van de grond komt.
Sinds 1 januari 2025 is er een nieuwe zorgactiviteit voor samen beslissen geïntroduceerd om het gebruik ervan te stimuleren. De kosten van de zorg kunnen worden gedeclareerd, er ontstaat meer transparantie bij welke zorg samen beslissen geleverd is en het gesprek met de verzekeraar kan hierover gevoerd worden.
Proactieve zorgplanning
Voor goede en passende zorg in de laatste levensfase is het belangrijk om tijdig te weten welke zorg iemand wel en niet wil ontvangen. Met proactieve zorgplanning worden deze behandelwensen en grenzen in kaart gebracht, regelmatig besproken en waar nodig bijgesteld. De NZa erkent het belang van proactieve zorgplanning binnen de palliatieve zorg. Om de huidige belemmering op het grootschalige toepassen van deze zorg te verbeteren is er per 1 januari een nieuw overig zorgproduct geïntroduceerd.
Meer informatie over samen beslissen en proactieve zorgplanning vindt u op onze pagina Samen beslissen en proactieve zorgplanning.
Samenwerking stimuleren in de bekostiging msz
De bekostiging moet de samenwerking voor bovenregionale, vaak hoog-complexe zorg, optimaal stimuleren. Daarnaast mag de bekostiging ook samenwerking binnen de regio en binnen het ziekenhuis niet belemmeren.
Integrale bekostiging is een instrument om samenwerking te stimuleren en de patiënt centraal te stellen. Onderlinge dienstverlening is de voorkeursvariant binnen de integrale bekostiging. De NZa zal daarom de komende periode de inzet van onderlinge dienstverlening ondersteunen. Dit doen we door de regels te verduidelijken en goede voorbeelden te delen. Ook onderzoeken we of we (niet verplichte) handreikingen kunnen en mogen opstellen. Deze handreikingen zouden ziekenhuizen kunnen gebruiken om overeenkomsten met andere zorginstellingen en zorgverzekeraars aan te gaan.
Lees meer op onze webpagina onderlinge dienstverlening msz.
Zorgverleners uit een tweedelijnscentrum waar een patiënt onder behandeling is, kunnen een expertisecentrum raadplegen voor advies (een zogenaamd expertiseadvies) over de diagnose en/of behandeling van de patiënt. Hierdoor is het voor het expertisecentrum mogelijk om mee te denken en te adviseren over het (in te zetten) diagnostische en/of behandeltraject van de patiënt. Dit zorgt ervoor dat patiënten niet meer doorverwezen hoeven te worden naar een expertisecentrum, of juist gerichter doorverwezen kunnen worden en daardoor sneller de benodigde zorg ontvangen.
Per 2023 zijn prestaties geïntroduceerd waarmee de kosten voor het expertiseadvies bij zeldzame aandoeningen gedeclareerd kunnen worden. De branchepartijen gaan gezamenlijk het proces rondom het aanvragen van expertiseadvies bij zeldzame aandoeningen optimaliseren zodat de ervaren knelpunten in de registratie en declaratie opgelost kunnen worden.
In het IZA is afgesproken dat de NZa onderzoekt in hoeverre het expertiseadvies uitgebreid kan worden voor andere vormen van expertise, onder andere voor de brede oncologische zorg.
De afgelopen periode is samen met branchepartijen onderzocht hoe deze bekostiging verbreed kan worden naar niet-zeldzame aandoeningen. Wij zien voor nu geen behoefte aan uitbreiding van het expertiseadvies naar niet-zeldzame aandoeningen. Wel is er behoefte aan het wijzigen van de registratieregels voor het multidisciplinair overleg (mdo). Men verwacht dat door een aanpassing in de registratievoorwaarden van het mdo de ervaren knelpunten opgelost kunnen worden.
In de aankomende periode gaat de NZa onderzoeken of/hoe de registratieregels voor het mdo aangepast kunnen worden.
Onderdeel van passende zorg is dat de juiste zorg op de juiste plek wordt geboden en dat patiënten in de eerste lijn blijven waar dat kan en alleen in de tweede lijn gezien worden wanneer dat echt moet. Alleen zo kunnen we de schaarse middelen en capaciteit optimaal benutten om te voorzien in een toenemende zorgbehoefte en ervaart de patiënt zorg dichtbij huis.
Het inbrengen van expertise door de tweede lijn bij een patiënt in de eerste lijn kan doorverwijzingen voorkomen. Meekijken en/of meeluisteren (met of zonder patiënt) tussen huisarts en medisch specialist gebeurt al heel veel. Huisartsen en medisch specialisten moeten nu afspraken maken om een meekijk en/of meedenkadvies in te zetten. In dit project kijken we naar goede voorbeelden en naar oplossingen in de organisatie van zorg of in de bekostiging. Waar zitten de uitdagingen en wat kunnen wij verbeteren?
Meedenkadvies
Een huisarts kan advies vragen aan een medisch-specialist om een doorverwijzing naar het ziekenhuis mogelijk te voorkomen. Dit noemen we een meedenkadvies. We zijn van plan om dit vanaf 2026 landelijk uniform te bekostigen voor de huisarts en medisch-specialist. Op de korte termijn zijn er geen plannen voor een meedenkadvies voor de gehele eerste lijn. Uitdagingen in de eerste lijn zoals het versterken van de organisatiegraad van de eerstelijn krijgen prioriteit. Zorgaanbieders in de eerste lijn die een meekijk en/of meedenkadvies willen inzetten kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande mogelijkheden binnen de bekostiging van hun sector.
Meer weten? Ga naar onze webpagina Meedenkadvies.
Hoe kunnen we de bekostiging aanpassen om samenwerking tussen zorgaanbieders/ instellingen te stimuleren? Wat zijn voor- en nadelen van de mogelijke oplossing(en), wat zijn alternatieven, en wat is het verwachte effect op de samenwerking tussen behandelaren, ziekenhuizen en bestaande netwerken?
Lees meer op onze pagina Bevorderen samenwerking tussen instellingen.
We willen de samenwerking tussen zorgprofessionals stimuleren. Hiervoor onderzoeken we welke dbc-prestaties meer integraal kunnen worden en wat daarvan het verwachte effect is op de samenwerking tussen artsen, ziekenhuizen en netwerken. Ook kijken we naar de voor- en nadelen van de wijzigingen, naar alternatieven en naar randvoorwaarden.
Passende inzet van mensen en middelen
De bekostiging moet een passende inzet van mensen en middelen stimuleren. Dit is noodzakelijk vanwege de arbeidsmarktproblematiek en om de groeiende zorgvraag op te kunnen vangen.
We onderzoeken welke belemmeringen ervaren worden en wat er nodig is om te zorgen dat de registratie beter aansluit bij de zorgpraktijk. De dbc-systematiek gaat nu bijvoorbeeld uit van de poortspecialist of beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert. De vraag is of dat nog past bij de huidige praktijk. Hierbij inventariseren we het volgende:
- zorg verleend door zorgverleners die dit binnen de dbc-systematiek niet kunnen registreren;
- wensen tot het creëren of uitbreiden van registratiebevoegdheden binnen de dbc-systematiek;
- voorbeelden waarbij de regels voor registratie niet voldoende aansluiten bij de praktijk of optimale inzet van mensen en middelen.
Qua mogelijkheden in de dbc-systematiek onderzoeken we of de zorgverlener die daadwerkelijk de zorg verleent meer registratiemogelijkheden kan krijgen. Er is al onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor gespecialiseerd verpleegkundigen en de klinisch verloskundigen. Dit kan leiden tot meer inzicht in wie betrokken is in het zorgtraject en wie welke zorg uitvoert. Deze transparantie in registratie kan de optimale inzet van zorgverleners stimuleren.
Voor de klinisch verloskundigen hebben we vanuit dit project een wijziging doorgevoerd. Per 1 januari 2026 wordt de klinisch verloskundige beschouwd als een 'beroepsbeoefenaar die de poortfunctie uitvoert'. Hierdoor kunnen elementen van de zorg die de klinisch verloskundige binnen het deskundigheidsgebied van de verloskunde biedt, ook als zodanig geregistreerd worden. Voor gespecialiseerd verpleegkundigen ziet de meerderheid van de partijen momenteel de voordelen van een registratieve bevoegdheid, niet opwegen tegen de toename van administratieve lasten. Hiervoor kijken we of we een vervolg kunnen inzetten.
In dit project onderzoeken we in welke mate de NZa de inzet van arbeidsbesparende technologie in de msz kan stimuleren middels de bekostiging. Het doel is een verkennende analyse over welke knelpunten er zijn en eventueel welke wijzigingen kunnen bijdragen om inzet van de technologie te stimuleren.
Sommige patiënten gaan rechtstreeks naar de spoedeisende hulp (seh), zij slaan de huisartsenspoedpost over. De triage voor en aan de poort kan beter. Met als doel dat patiënten alleen naar de seh gaan als dat nodig is, en anders op de huisartsenpost geholpen worden.
In dit project onderzochten we hoe bekostiging de samenwerking en integratie tussen de huisartsenspoedpost (hap) en de seh kan stimuleren. Hieronder een korte samenvatting van de resultaten van het project. Voor de volledige beschrijving van de resultaten zie deel 1 van het Advies bekostiging acute zorg dat wij in januari 2024 uitbrachten.
Lees meer over de mogelijkheden en knelpunten voor integratie en samenwerking in de huidige bekostiging op de pagina Triage voor en aan de poort.
In het voorjaar van 2023 verkenden we de ontwikkeling van medische service centra, en welke rol ze kunnen spelen in de transformatie naar passende zorg. We hebben hiervoor een reeks van werkbezoeken afgelegd. In het hele land zijn medische service centra in ontwikkeling. Hierin zien we veel variatie in vorm, activiteiten en mate van samenwerking.
We hebben veel lessen en ideeën van zorgaanbieders opgedaan over hoe in de toekomst zorg digitaal ondersteund, dichter bij de patiënt, geleverd kan worden. Deze soort zorg kan succesvol georganiseerd worden binnen de huidige bekostiging. Aanpassing van de bekostiging lijkt nu niet direct nodig. We blijven de ontwikkelingen op het gebied van telemonitoring volgen.