Passende zorg in tijden van schaarste

Het zorgveld en de betrokken overheidspartijen zijn aan zet om de zorg toekomstbestendig te organiseren. In dit hoofdstuk benoemen we verschillende zaken die daarbij van belang zijn. Wij willen hierbij als NZa een actieve rol vervullen.

Wij doen een oproep aan de politiek om in te zetten op het verkleinen van gezondheidsverschillen en de (wettelijke) maatregelen te nemen die daarbij horen. Maar niet alleen de politiek is aan zet. Ook het zorgveld zelf en de overheidspartijen die daarin een rol hebben, zoals wijzelf, moeten de komende jaren stappen zetten om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden en gezondheidsverschillen te verkleinen. Het Integraal Zorgakkoord (IZA) is daarbij voor de curatieve zorg een belangrijke eerste stap. De ambitie is om in alle zorgsectoren werk te maken van passende zorg. Maar omdat de knelpunten in de toegankelijkheid op dit moment al groot zijn, is haast geboden om deze ambitie om te zetten in merkbare acties in de curatieve en langdurige zorg. Dit vraagt inzet op preventie, digitalisering, ruimte voor zorgprofessionals, interactie met de burger, samenwerking, passende contractering en bekostiging en betere uitwisseling van gegevens.

Preventie en leefstijlbevordering 

Zorgverleners waarschuwen voor een toename van leefstijlgerelateerde aandoeningen. Aandoeningen die met breed preventiebeleid, dat verder gaat dan alleen het zorgdomein, voorkomen kunnen worden. We zien echter dat de stappen die genomen worden op het gebied van preventie niet altijd daadwerkelijk tot resultaat leiden of dat de resultaten niet gemeten worden terwijl uitkomstinformatie belangrijk is voor effectief beleid.

In het kort:

  • Goed preventiebeleid kan voorkomen dat maatschappelijke vraagstukken zoals een ongezonde leefstijl als zorgvraag in de gezondheidzorg terecht komen.
  • Afspraken hierover tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders komen (nog) lastig van de grond, onder andere door onduidelijkheid over de effectiviteit van preventie-interventies en de bekostiging hiervan.
  • Voor werken aan een gezonde regio is uitkomstinformatie nodig. Zo wordt inzichtelijk welk preventiebeleid wel en niet werkt.

Goed preventiebeleid kan voorkomen dat maatschappelijke vraagstukken zoals een ongezonde leefstijl als zorgvraag in de gezondheidszorg terecht komen. Hiervoor is het nodig om gezondheid centraal te stellen in al het overheidsbeleid (‘health in all policies’). Het is nodig om (regionale) samenwerking over alle domeinen heen mogelijk te maken. Afspraken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars over ketenaanpakken krijgen steeds meer vorm. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over het afnemen van overgewicht bij kinderen en ouderen, of het voorkomen van vallen bij ouderen. Toch blijven dit moeizame processen. Zorgverzekeraars zijn terughoudend om in preventie-interventies te investeren omdat gezondheid geen onderdeel is van ons zorgstelsel. Ook ontbreekt er een landelijke dekking van alle preventieve ketenaanpakken. Onduidelijkheid is ook een belemmerende factor. Zo is er nog weinig bekend over de effectiviteit van innovatieve interventies. Ook is het onduidelijk of de kosten voor een interventie via de zorgverzekering of via het sociale domein worden betaald.

Goed preventiebeleid kan voorkomen dat maatschappelijke vraagstukken in de gezondheidszorg terecht komen.

Om partijen op weg te helpen met vragen over de bekostiging van preventie-initiatieven hebben wij interactieve wegwijzers beschikbaar voor de eerstelijnszorg, de langdurige zorg, de medisch-specialistische zorg en geestelijke gezondheidszorg. Zorginstituut Nederland heeft daarnaast dit jaar het rapport ‘Preventie in de Zvw opnieuw ontleed’ uitgebracht. Hierin staat opgenomen wanneer een preventie-initiatief binnen het verzekerd pakket valt of het sociaal domein.

Beeld: ©NZa

Digitalisering

Digitale zorg krijgt een steeds meer gelijkwaardige plek naar fysieke zorg. Veel mensen zien digitale zorg als een van de belangrijkste middelen om de toenemende zorgvraag en de problemen op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden en als kern van de zorgtransformatie op verschillende terreinen. Dat weerspiegelt in investeringen in digitale zorg en het inkoopbeleid van zorgverzekeraars. Naast digitale zorg zien we ook meer digitalisering van zorgondersteunende processen zoals gegevensuitwisseling. Een belangrijke ontwikkeling hierbij is de aansturing. Met het invoeren van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) heeft de overheid regie genomen voor een structurele verbetering van digitale gegevensuitwisseling in de zorg. Deze bewegingen dragen bij aan het realiseren van passende zorg.

In het kort

  • Digitale zorg krijgt een steeds meer gelijkwaardige plek naast fysieke zorg en kan een van de middelen zijn om de toenemende zorgvraag en de problemen op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden.
  • Daarnaast vindt er ook meer digitalisering plaats van zorgondersteunende processen; de Wegiz moet zorgdragen voor structurele verbetering van digitale gegevensuitwisseling in de zorg.

Er is veel aandacht voor de toegevoegde waarde van digitale zorg aan de zorg. We zien dat de houding van artsen, verpleegkundigen en patiënten steeds positiever wordt ten aanzien van digitale zorg (zie bijvoorbeeld de E-healthmonitor uitgevoerd door het RIVM). Tegelijkertijd is er discussie over de toegevoegde waarde ervan, bijvoorbeeld in de huisartsenzorg (zie het onderzoek naar de effectiviteit van digitale zorgtoepassingen in de huisartsenzorg door de Universiteit Maastricht). Waar toepassingen als thuisarts.nl het gebruik van (duurdere) zorg bewijsbaar verminderen, zijn er ook toepassingen die juist meer zorg lijken te genereren.

Het is belangrijk dat investeringen niet versnipperd zijn.

Digitale zorg betekent vaak ook verplaatsing van zorg naar een andere zorgaanbieder en dus een verschuiving van inkomsten. Dit financiële gevolg van digitale zorg kan de verdere opschaling hinderen. Het is daarom belangrijk dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars investeren in toepassingen die bewezen meerwaarde hebben. Hierbij is het goed als investeringen niet te versnipperd zijn (‘plaatselijke puntoplossingen’). Een goed initiatief is de brede samenwerking in de vorm van het Zorgtransformatiemodel dat voortkomt uit het Kenniscentrum Digitale Zorg van Zorgverzekeraars Nederland (ZN). Wij vinden het belangrijk dat de effectiviteit en passendheid van digitale zorg gemonitord wordt. Hiervoor is uitkomsteninformatie essentieel.

Digitale gegevensuitwisseling in de zorg is een randvoorwaarde voor digitale zorg. Zorgdata is heel persoonlijk; daarom vinden wij het belangrijk dat iedereen in Nederland toegang heeft tot diens persoonlijke data, weet dat de data goed beveiligd is, weet wie nog meer toegang tot de data heeft en wat die partijen met de data doen of kunnen doen. Wij zetten ons ervoor in om met de bekostiging ervoor te zorgen dat onrendabele investeringen in digitale zorg, voor bijvoorbeeld ziekenhuizen, kunnen worden opgelost in de contractering.

Beeld: ©NZa

Ruimte voor zorgprofessionals

In tijden van schaarste worden zorgprofessionals dagelijks geconfronteerd met lastige afwegingen over hoe zij de zorg het beste kunnen leveren. Inzet op passende zorg moet ruimte geven om daarbij verschil te maken en rekening te houden met de specifieke context van de individuele patiënt. Samenwerking over de domeinen heen, multidisciplinair overleg en afstemming op de patiënt(omgeving) is essentieel om passende zorg te geven die bijdraagt aan het functioneren en de kwaliteit van leven van de individuele patiënt. Dit wringt soms met kwaliteitsstandaarden, de verwachting van de patiënt of de verzekerde aanspraak. Dat leidt soms tot lastige gesprekken met de patiënt, binnen de zorgorganisatie of binnen de beroepsgroep. Wij vinden het belangrijk dat zorgprofessionals hierin niet alleen staan en dat zij door hun organisaties en de overheid worden gesteund om verschil te maken.

Zorgprofessionals moeten zich gesteund voelen in het maken van verschil.

In het kort

  • Inzet op passende zorg moet zorgprofessionals meer ruimte geven om verschil te maken in hoe zij zorg leveren, rekening houdend met de specifieke context van de individuele patiënt.
  • Landelijk prioriteringsbeleid is nodig om zorgprofessionals en zorginkopers ruggensteun te geven bij het maken van afwegingen over een rechtvaardige verdeling van zorg in acute situaties van krapte.
  • Krachtige basiszorg is een voorbeeld van een aanpak die meer ruimte geeft aan zorgprofessionals waardoor het zorggebruik op langere termijn afneemt en de focus op gezondheid toeneemt.

Krachtige basiszorg

Meer tijd voor de patiënt, voor de huisarts en de wijkverpleegkundige is ook een manier om ruimte te creëren bij de zorgprofessional om beter in te spelen op de specifieke situatie en zorgvraag van de patiënt. Dit is wat wordt beoogd met de implementatie van Krachtige basiszorg. Behalve vragen over lichamelijke klachten stellen zorgprofessionals ook andere vragen aan patiënten waardoor achterliggende problemen eerder aan het licht komen. Vervolgens werken professionals in de wijk nauw met elkaar samen om richting te geven aan vastgelopen hulpverleningssituaties. Dit duurt langer dan normale consulten. Op de korte termijn vergt dit weliswaar meer tijd en brengt het hogere kosten met zich mee. Op de langere termijn zijn de effecten juist heel positief: het zorggebruik op langere termijn neemt af, de focus op gezondheid neemt toe en zorgprofessionals ervaren meer werkplezier.

Beeld: ©NZa

Betrek de burger

Burgers moeten weten wat zij straks nog wel en niet aan zorg mogen verwachten en hoe zij zelf kunnen bijdragen aan het zo toegankelijk mogelijk houden van zorg. Er ligt een verantwoordelijkheid bij de landelijke overheid en het zorgveld om hen goed te informeren over de toenemende schaarste in de zorg en de veranderingen die nodig zijn om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden.

In het kort

  • Landelijke overheid en zorgveld moeten burgers meer informeren over toenemende schaarste in de zorg en de veranderingen die nodig zijn om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden.
  • Bij concrete veranderingen in het zorglandschap moeten burgers en (lokale) politiek vanaf het begin goed worden betrokken en geïnformeerd om draagvlak te verwerven.

Het gevoel is dat er iets wordt afgenomen, niet dat dit manieren zijn om de zorg beter te organiseren.

Beeld: ©NZa

Samenwerking cruciaal voor passende zorg

Geen enkele zorgprofessional, zorgaanbieder, zorginkoper of overheidspartij kan alleen de veranderingen realiseren die nodig zijn voor passende zorg. Daarom is samenwerking cruciaal: lokaal, in de regio en landelijk. We zien hiervan goede voorbeelden. Samenwerking is geen doel op zich, het bevorderen van de gezondheid van inwoners moet het uitgangspunt zijn. We pleiten voor landelijke gezondheidsdoelen met een vertaling naar regionale gezondheidsdoelen op basis van het regiobeeld. Deze doelen zijn nodig om richting te geven aan niet-vrijblijvende veranderingen die partijen in de regio met elkaar afspreken. Landelijk vinden partijen elkaar steeds beter op de overkoepelende doelen van de beweging naar passende zorg. En ook wijzelf werken steeds intensiever samen met bijvoorbeeld het Zorginstituut, VWS en IGJ om de juiste randvoorwaarden voor deze beweging te creëren.

In het kort

  • Zorg voor een behapbare en betaalbare besturing en governance van lokale, regionale en landelijk samenwerking.
  • Zorginkopende partijen hebben een bijzondere verantwoordelijkheid richting hun verzekerden of inwoners om toegang tot passende zorg te borgen.

Bij een robuust en toekomstbestendig zorgstelsel horen heldere rollen en verantwoordelijkheden, waarop NZa en IGJ kunnen toezien.

Beeld: ©NZa

Passende contractering en bekostiging

De beweging naar passende zorg vraagt enerzijds om ondersteunende financiële afspraken tussen zorgaanbieders en zorginkopende partijen (zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten), en anderzijds om veranderingen in de bekostigingssystematiek.

Het is belangrijk dat zorgaanbieders en zorginkopende partijen meer tijd en aandacht besteden aan het strategische gesprek over het lange termijn perspectief. Ook vinden we met het oog op het versterken van het onderlinge vertrouwen meer openheid in de contractering van belang.

Aanpassing van de bekostigingssystematiek is nodig om van een focus op verrichtingen naar een focus op het voorkomen van zorg te gaan. Dit vraagt echter wel meer inzicht in uitkomsten van interventies.

Om het voorkomen van zorg ook voor zorgverzekeraars lonend te maken, is het aanpassen van de risicoverevening nodig.

Contractering met lange termijn perspectief en op basis van vertrouwen

Zorgaanbieders en zorginkopende partijen maken afspraken over de zorg die zij leveren, hoe ze die zorg organiseren en welke vergoedingen daar tegenover staan. Deze contractsvrijheid is een belangrijk element in ons zorgstelsel. Nu schaarste vraagt om samenwerking om de beschikbare zorgcapaciteit zo verstandig mogelijk in te zetten, is het belangrijk dat zorgaanbieders en zorginkopende partijen elkaar goed weten te vinden. En dat de afspraken die zij onderling maken ondersteunend zijn aan de doelen die in de regio en door samenwerkingsverbanden worden gesteld. Hier ligt een uitdaging, omdat we de afgelopen jaren als marktmeester en toezichthouder regelmatig hebben geconstateerd dat het vertrouwen tussen bijvoorbeeld zorgaanbieders en zorgverzekeraars laag is. Om dit vertrouwen te herstellen, vinden wij het van belang dat er meer tijd en aandacht uitgaat naar het strategische gesprek over het lange termijn perspectief en er meer openheid komt. De IZA-doelen moeten concreet worden doorvertaald naar (financiële) resultaatsafspraken. We hebben dit uitgewerkt in handvatten voor de contractering. In de komende contracteerperiode zullen we deze handvatten nadrukkelijk betrekken in ons toezicht.

Er is meer openheid en strategisch perspectief in de contractering nodig om bij te dragen aan passende zorg.

Meer gezamenlijke inkoop op cruciale of complexe vormen van zorg

Er zijn zorgvormen waarbij een slechte toegang direct leidt tot gevaar voor de patiënt en/of de maatschappij. Denk hierbij aan acute of complexe psychiatrische zorg, hele intensieve gehandicaptenzorg en intensieve thuiszorg. Omdat dit gaat om zorg voor de meest kwetsbare mensen in de samenleving vinden wij het van belang dat zorgverzekeraars of zorgkantoren gezamenlijk in beeld brengen hoe groot de zorgvraag en het zorgaanbod is en hoe deze zorg het beste kan worden ingekocht om er voldoende van beschikbaar te hebben. Dit betekent samenwerking en congruente zorginkoop in plaats van elke zorgverzekeraar of elk zorgkantoor voor zich. Daar waar andere vormen van bekostiging nodig zijn om de beschikbaarheid te borgen, zien wij nadrukkelijk een rol voor onszelf en andere overheidspartijen.

Congruente zorginkoop nodig om beschikbaarheid van cruciale of complexe vormen van zorg te borgen.

Lonend maken van inzet op gezondheid en het voorkomen van zorg

Om de focus van zorgverzekeraars, zorgaanbieders en zorgprofessionals op gezondheid en het voorkomen van zorg te versterken is het belangrijk de huidige bekostigingssystematiek van zorg aan te passen. Hierin zien wij voor onszelf een belangrijke rol, maar wij kunnen dit niet alleen.

Al langer klinkt het geluid dat we afscheid zouden moeten nemen van een bekostigingssystematiek op basis van medische handelingen. Hoewel we in toenemende mate ook declaratietitels maken voor andersoortige interventies, ligt het zwaartepunt voor een zorgaanbieder nog vaak op het declareren van medische handelingen. Als we dit verdienmodel willen aanpassen, moeten we zoeken naar manieren om niet de medische handeling, maar de uitkomst van een interventie leidend te laten zijn in de bekostiging. Dit vraagt echter meer inzicht in uitkomsten van zorg dan we nu hebben. Dit inzicht is ook nodig om te kunnen beoordelen of gezondheidsdoelen worden gerealiseerd. Het goed vast kunnen leggen en uitwisselen van gegevens is hierbij noodzakelijk, net als het investeren in het creëren van kennis uit die gegevens en het mede op basis van die kennis maken van keuzes in de zorg. Uitkomstinformatie geeft inzicht in de waarde die zorg toevoegt. Het gaat om waarde die voor de inwoners/patiënten relevant zijn. Denk daarbij aan klinische parameters (hartslag, temperatuur, gewicht etc.), fysieke vermogens (mobiliteit, hersenconditie etc.) en door patiënten gerapporteerde ervaringen. Als NZa zetten wij ons ook in om meer transparantie van uitkomsten van zorg te bewerkstelligen, zodat dit op populatieniveau in de contractbesprekingen tussen zorgaanbieders en verzekeraars een grotere rol kan spelen. We kijken hierbij zowel naar het ontwerp van de bekostiging in de verschillende sectoren, als in mogelijkheden om via declaratievoorwaarden of andere manieren transparantie over uitkomsten van zorg te vergroten.

Meer lezen?

Ook zijn aanpassingen in het systeem van risicoverevening nodig om zorgverzekeraars meer financiële prikkel te geven om werk te maken van het voorkomen van zorg. Nu krijgen zorgverzekeraars vanuit de risicoverevening met name compensatie voor de groep verzekerden die een hoog risico op kosten heeft, niet als deze kosten worden voorkomen en hun populatie verzekerden gezonder wordt.

Ten slotte is het noodzakelijk om goed te kijken naar de passendheid van zorg zoals die nu in het pakket zit. Draagt de zorg wel bij aan kwaliteit van leven en functioneren, is de behandeling kosteneffectief? Dit om ervoor te zorgen dat de beschikbare ruimte in het pakket besteed wordt aan
passende zorg.

Wat is risicoverevening?

Risicoverevening is een verrekeningssystematiek van het ministerie van VWS om de solidariteit van ons zorgstelsel te bewaken. Zorgverzekeraars zijn  verplicht om iedereen te accepteren die een zorgverzekering wil afnemen: rijk en arm, jong en oud, gezond en ziek. Door die verplichting zijn de kosten die zorgverzekeraars maken niet altijd gelijk verdeeld. Zorgverzekeraars maken hogere kosten als ze veel verzekerden hebben met (ernstige) aandoeningen. Om te zorgen dat het systeem van solidariteit kan blijven bestaan, ontvangen deze zorgverzekeraars een compensatie uit het
Zorgverzekeringsfonds. Voor verzekerden met een goede gezondheid ontvangt een zorgverzekeraar een lage compensatie en voor verzekerden met een slechte gezondheid een hoge compensatie. Die compensatie noemen we de ‘vereveningsbijdrage’.

Beeld: ©NZa

Gegevensuitwisseling randvoorwaardelijk

De juiste informatie op het juiste moment op de juiste plek is van levensbelang. Denk aan informatie over iemands medische voorgeschiedenis of medicatie. Wij vinden dat de burger altijd inzicht moet kunnen hebben in de eigen gegevens en zeggenschap moet hebben over de toegang ervan door externe partijen. Daarnaast is inzicht in gezondheidsdata door de overheid nodig om te kunnen sturen op resultaat: elke zorgeuro moet primair ingezet worden op een positieve uitkomst in termen van gezondheid en kwaliteit van leven. Uitkomstinformatie geeft inzicht in de waarde die zorg toevoegt. Het gaat om waarde die voor de inwoners/patiënten relevant zijn. Om dit te regelen is nationale regie nodig door de overheid.

In het kort

  • Voor passende zorg en het sturen op uitkomsten in de zorg, is het nodig dat zorgaanbieders elektronisch gegevens kunnen uitwisselen; met elkaar en met de overheid.
  • Het is van cruciaal belang dat deze gezondheidsgegevens veilig zijn.
  • Burgers moeten altijd inzicht hebben in hun eigen beschikbare gegevens en erop kunnen vertrouwen dat de personen die ook toegang hebben tot deze data er zorgvuldig en integer mee omgaan.
  • Om het uitwisselen van medische gegevens tussen zorgaanbieders en tussen zorgprofessionals en burgers te verbeteren, is nationale regie nodig vanuit de overheid. Bijvoorbeeld door veilige gegevensuitwisseling wettelijk te verankeren.

Belang gegevensuitwisseling in de zorg

In ons dagelijks leven wordt veel informatie gedeeld en het lijkt bijna vanzelfsprekend dat iedereen op het juiste moment over de juiste informatie beschikt. Toch is dit in de zorg niet het geval. Nu moet een patiënt bijvoorbeeld nog meerdere keren zijn verhaal vertellen bij het wisselen van een zorgverlener. Soms is de medische geschiedenis van een patiënt of welke medicatie eerder is voorgeschreven niet bekend. Zeker wanneer een patiënt zelf niet in staat is om dit mondeling toe te lichten, kan dit leiden tot zorgwekkende situaties.

Inzicht in eigen gegevens voorop

Informatie over gezondheid is heel persoonlijk; je wilt niet dat die gegevens met iedereen worden gedeeld. Daarom zijn er strenge privacyregels in Nederland. We zien en erkennen de zorgen van mensen rondom gegevensuitwisseling. Daarom is een aantal randvoorwaarden nodig. Iedereen in Nederland moet:

  • Toegang hebben tot diens persoonlijke data;
  • Weten dat die persoonlijke data goed beveiligd is;
  • Weten wie er nog meer toegang heeft tot die persoonlijke data;
  • Weten wat die personen met die persoonlijke data doen of kunnen doen;
  • Ondersteuning ontvangen bij digitale vaardigheden als dit gewenst is.

De eerste stap is dat je als individu gemakkelijk bij je eigen informatie kan. Dat is nu vaak niet het geval, omdat informatie versnipperd is opgeslagen bij verschillende zorgaanbieders. Daardoor hebben burgers geen totaalbeeld van hun gezondheidsdata, terwijl zij dit kunnen gebruiken om te werken aan hun gezondheid en bij het maken van beslissingen samen met hun zorgprofessional. De systemen moeten eenvoudiger worden en daar waar nodig moeten burgers worden geholpen om digitaal vaardiger te worden. Inzicht in de meerwaarde van, vertrouwen in en ondersteuning bij gegevensuitwisseling zijn belangrijke randvoorwaarden om hiervoor draagvlak te krijgen bij burgers.

De burger heeft nu geen duidelijk overzicht van eigen zorggegevens.

Nationale regie is nodig

Om de elektronische uitwisseling van medische gegevens tussen zorgaanbieders en tussen zorgprofessionals en burgers te verbeteren, is nationale regie nodig vanuit de overheid. Er worden stappen gezet om gegevensuitwisselingen wettelijk te verankeren. Dit moedigen wij aan, want het vastleggen van gegevensuitwisselingen in wetgeving draagt bij aan het vertrouwen van de burger dat hun gegevens veilig worden uitgewisseld. Wij vinden het een goede ontwikkeling dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de regie pakt met het publiceren van de Nationale Visie en Strategie. De volgende stap is de uitvoering ervan. Er is aanpassing nodig in de huidige governance rondom gegevensuitwisseling. Dit moet duurzaam zijn en tegelijkertijd wendbaar zijn voor (inter)nationale ontwikkelingen. Zodat het veld wordt ondersteund bij de implementatie van elektronische gegevensuitwisseling.

Gegevensuitwisseling faciliteren

De implementatie van gegevensuitwisseling is complex en hiervoor is nationale regie en regionale samenwerking nodig. Als NZa spelen wij hierin een faciliteren rol: wij kunnen knelpunten uit het veld agenderen en organisaties verbinden om samen te komen tot afspraken. Wij verwachten dat zorgaanbieders door de elektronische uitwisseling van gegevens minder tijd kwijt zullen zijn aan administratieve handelingen. Het minder overtypen van medische dossiers, het sneller beschikbaar hebben van informatie en het niet onnodig overdoen van medische onderzoeken zal zorgaanbieders
ontlasten. Dit is een goede zaak omdat zorgprofessionals zo meer tijd kunnen besteden aan het verlenen van zorg.

Zonder elektronische gegevensuitwisseling is het sturen op uitkomsten van zorg niet mogelijk. Om tot uitkomstgerichte zorg te komen is het bijvoorbeeld nodig om informatie-uitwisseling te doen met informatiestandaarden. Dit zijn afspraken over eenheid van taal, zodat het mogelijk wordt om gegevens en uitkomsten te vergelijken met elkaar. De NZa sluit waar mogelijk aan bij deze standaarden, zodat wij zo min mogelijk dubbele administratieve lasten veroorzaken bij zorgaanbieders. Daarnaast onderzoeken we waar we de door het veld gebruikte standaarden kunnen opnemen in onze huidige regelgeving om de implementatie te stimuleren. Ook op het gebied van kosten kunnen wij een bijdrage leveren. Zo verkennen we de mogelijkheid om structurele kosten voor gegevensuitwisseling op nemen in de reguliere kostenonderzoeken en de daaruit voorkomende tarieven.

Zorggegevens bij de NZa

Waarom wij gegevens nodig hebben

De NZa vraagt regelmatig informatie op. Wij hebben deze gegevens nodig voor onze maatschappelijke opdracht: toegankelijke en betaalbare zorg voor iedere inwoner van Nederland. We realiseren ons dat het uitwisselen en gebruiken van medische gegevens onder een vergrootglas ligt. Dit is terecht. Wij voelen een grote verantwoordelijkheid om met de grootst mogelijke zorgvuldigheid om te gaan met deze gegevens en privacy te waarborgen. Ook vinden we het belangrijk administratieve lasten voor zorgaanbieders en zorgprofessionals te beperken. Daarom gebruiken we zoveel mogelijk gegevens die al eerder zijn vastgelegd.

Welke informatie vragen we op?

De NZa stelt prestaties en tarieven vast. Om bijvoorbeeld een goed tarief voor de wijkverpleging vast te kunnen stellen hebben we informatie nodig over hoeveel uren de verpleegkundigen zorgen voor een patiënt, hoe hoog de salarissen zijn (of worden), hoeveel het kantoor en de IT kost. Op die manier kunnen we een goed totaaltarief berekenen. Zo kunnen de salarissen betaald worden, zorg gegeven worden, zonder dat organisaties grote winsten maken met zorggeld.

Soms vermoeden we dat een zorgaanbieder fraudeert. Om boetes uit te mogen delen, moeten wij dat bewijzen. Hiervoor hebben we soms gedetailleerde informatie nodig, bijvoorbeeld of een verpleegkundige die dag wel echt bij een patiënt is geweest. Deze vragen wij heel gericht uit.

Hoe bewaken we privacy?

Voor ons werk maken we gebruik van persoonsgegevens. De NZa gaat zeer zorgvuldig om met deze gegevens en houdt zich daarbij aan strikte wet- en regelgeving. Zo gebruikt de NZa alleen persoonsgegevens als dit echt moet en niet anders kan. Daarbij gebruiken we zo veel mogelijk gepseudonimiseerde gegevens, wat betekent dat wij niet kunnen zien van wie de gegevens zijn. Als het nodig is, vragen we advies van de Autoriteit Persoonsgegevens. Er wordt iedere keer opnieuw getoetst of de informatie gebruikt mag worden en echt nodig is voor de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de zorg.

Hoe houden we rekening met administratieve lasten?

We overleggen over de uitvragen altijd met zorgaanbieders en zorgverzekeraars, en maken meestal alleen gebruik van gegevens die aanbieders toch al moeten vastleggen voor hun eigen werk. Zo hoeven ze alleen deze gegevens naar ons door te sturen. We verwachten dat er in de toekomst steeds minder handmatig werk nodig is voor de aanlevering, omdat informatie steeds vaker uniform wordt vastgelegd volgens informatiestandaarden.

Maatschappelijke discussie en technologische ontwikkelingen

Wij mogen informatie opvragen bij aanbieders en verzekeraars, zij mogen dit niet weigeren. Bijvoorbeeld in geval van fraude is dat logisch. Bij kostenonderzoeken hebben we echter niet van iedereen de informatie nodig. Momenteel besluiten we in overleg met patiëntenverenigingen en brancheorganisaties welke gegevens minimaal nodig zijn. Maatschappelijk zien we dat er discussie is over hoeveel informatie de overheid zou moeten beschikken. We vinden het belangrijk dat dit gesprek gevoerd wordt. Alleen als de overheid helemaal open is over wat we doen met de gegevens van
burgers, zijn we hun vertrouwen waard. Deze openheid geven we steeds meer vorm aan, bijvoorbeeld door te publiceren hoe we de gegevens hebben geanalyseerd en hoe we dit gebruikt hebben voor ons beleid.

Lees ook