Hoe komen we van de kostprijzen 2022 zoals gepubliceerd in het verantwoordingsdocument naar de gepubliceerde beleidsregelwaarden 2026?
Om de beleidsregelwaarden 2026 vast te stellen, zijn de kostprijzen 2022 gemeten. Kostprijzen zijn altijd op definitief prijspeil. Het zijn de daadwerkelijk gemeten kosten die aanbieders hebben gemaakt. De gemeten kosten op definitief prijspeil 2022 zijn vervolgens door indexatie naar het prijspeil gebracht van voorlopig 2026. Het prijspeil definitief 2026 is namelijk nog niet bekend. De berekening lichten we hieronder toe in een voorbeeld.
De procentuele verandering tussen de kostprijzen 2022 en de beleidsregelwaarden 2022 zoals getoond in het verantwoordingsdocument kostenonderzoek langdurige zorg 2022 – 2026 is anders dan de procentuele verandering tussen de geïndexeerde kostprijs voorlopig 2026 en de geïndexeerde beleidsregelwaarden voorlopig 2026.
De beleidsregelwaarden 2022 (personele en materiële component) zoals getoond in het verantwoordingsdocument zijn op het prijspeil voorlopig 2022. Deze beleidsregelwaarden zijn op een andere manier dan de kostprijzen op niveau gebracht van 2026. Zo is op de beleidsregelwaarden 2022 eerst nog de definitieve indexatie 2022 toegepast en hebben er verschillende mutaties plaatsgevonden, zoals de partiële herijking voor de prioritaire prestaties in 2025 en het toevoegen van de bekostiging voor persoonlijke beschermingsmiddelen.
Deze mutaties zijn toegevoegd aan de beleidsregelwaarden, vooruitlopend op de kostprijzen uit het kostenonderzoek. Oftewel, de procentuele verandering die getoond wordt in het verantwoordingsdocument over 2022 is voor een deel al verwerkt in de beleidsregelwaarden door middel van de genoemde mutaties tussen 2022 en 2025. Hieruit volgt dat de procentuele verandering uit het verantwoordingsdocument niet overeen komt met de procentuele verandering tussen de geïndexeerde kostprijs voorlopig 2026 en de geïndexeerde beleidsregelwaarden voorlopig 2026.
Rekenvoorbeeld
In dit voorbeeld laten we zien hoe de kostprijzen vanuit het kostenonderzoek, zoals getoond in het verantwoordingsdocument, leiden tot de beleidsregelwaarden 2026 voor de prestatie Z442. De kostprijs van € 167,18 (prijspeil definitief 2022) bestaat uit loonkosten (€ 126,22) en materiële kosten (€ 40,96).
| Index | Prijsindex personele kosten (OVA) | Prijsindex materiële kosten (CEP) |
|---|---|---|
| Definitief 2023 | 6,36% | 7,02% |
| Definitief 2024 | 6,00% | 3,10% |
| Definitief 2025 | 5,18% | 4,25% |
| Voorlopig 2026 | 4,24% | 2,10% |
Vervolgens is de berekening:
- Loon: €126,22 (prijspeil definitief 2022) + 6,36% + 6,00% + 5,18% + 4,24% = € 156,02 (BRW voorlopig 2026)
- Materieel: €40,96 (prijspeil definitief 2022) + 7,02% + 3,10% + 4,25% + 2,10% = € 48,10* (BRW voorlopig 2026)
*NB: in de uiteindelijke beleidsregelwaarde is ook nog een component infectiepreventie op materieel toegevoegd.