Mag ik bij infertiliteit een zorgtraject openen en een polikliniekbezoek registreren voor man én vrouw?

U mag een zorgtraject openen als:

  • er sprake is van een zorgvraag waarvoor op dat moment nog geen zorgtraject is geopend, en
  • u een zorgactiviteit kan registreren.

Is er voor beiden een zorgvraag?
Op het moment dat een man en een vrouw op de polikliniek komen met de zorgvraag infertiliteit, is in het begin vaak niet duidelijk wie de fertiliteitsproblematiek veroorzaakt. In die situatie kan gesteld worden dat zowel de man als de vrouw een zorgvraag hebben voor infertiliteit.

Kunt u een zorgactiviteit registreren?
Om het declareren van een zorgtraject voor zowel de man als de vrouw bij één gezamenlijk polikliniekbezoek wel mogelijk te maken, bestaat de volgende zorgactiviteit: 190069 ‘Consult van de partner bij een gezamenlijk consult bij een zorgvraag infertiliteit (voor de andere partner wordt een polikliniekbezoek of een consult op afstand vastgelegd)'. Dit maakt het declareren van twee zorgproducten mogelijk. Deze zorgactiviteit mag u alleen registreren als bij de man tijdens het gezamenlijke polikliniekbezoek een algemene en speciële anamnese wordt afgenomen en onderzoek wordt ingezet. Voor de vrouw wordt een polikliniekbezoek of consult op afstand vastgelegd. Dit blijkt uit artikel 24 lid 93 van de Regeling medisch-specialistische zorg (NR/REG-2403a).

Verwijzen bij infertiliteit

Wanneer een man en een vrouw met de zorgvraag infertiliteit door de huisarts worden doorverwezen naar de gynaecoloog, is sprake van verwijstype 4. Verwijzing uit de eerstelijn is niet nodig als:

  • een overig zorgproduct spermaonderzoek wordt uitgevoerd, of
  • als een dbc-zorgproduct met de diagnose oriënterend fertiliteitsonderzoek / basale behandeling man (F12) wordt geopend op verzoek van de gynaecoloog naar aanleiding van een consult op het fertiliteitsspreekuur van de vrouw.

In dat geval is sprake van verwijstype 7.