NZa publiceert interne documenten over informatie-uitvraag

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft naar aanleiding van een verzoek om informatie volgens de Wet open overheid (Woo) diverse interne documenten verstrekt. Deze documenten gaan over de besluitvorming binnen de NZa rond de informatie-uitvraag in de geestelijke gezondheidszorg in 2018. In dat jaar besloot de NZa om niet langer gedetailleerde informatie over de diagnose op te vragen, maar de informatie te beperken tot het hoofddiagnoseniveau. De documenten zijn terug te lezen op ons documentenplatform

Beeld: ©ISK

Privacy hoog in het vaandel

De NZa heeft op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg de wettelijke taak om markttoezicht en marktontwikkeling uit te voeren. Een belangrijke bevoegdheid hierbij is het opvragen van informatie die van belang is voor de uitvoering van die wettelijke taken. In 2018 is geconcludeerd dat de bekostiging in de toekomst niet gebaseerd zou worden op de gedetailleerde informatie uit de DSM-diagnose en dat de gegevens niet meer nodig zouden zijn voor onderhoud van de bekostigingssystematiek. In plaats daarvan is met het veld gewerkt aan een gegevensset die meer zegt over de zorgvraag van de patiënt zoals nu opgevraagd wordt in het kader van het zorgprestatiemodel. De NZa heeft privacy hoog in het vaandel staan bij het verwerken van persoonsgegevens. Bij informatie-uitvragen stellen we ons steeds de vraag of het noodzakelijk en proportioneel is. Daarom is toen besloten om de uitvraag te beperken op hoofddiagnoseniveau. 

Minimale gegevensuitvraag

Privacy is een onderwerp dat zich voortdurend ontwikkelt en we houden dit continu in de gaten. Waar nodig worden regels aangepast en bijgestuurd. De afdelingen van de NZa kunnen van mening verschillen over welke gegevens nuttig zijn voor de verschillende werkzaamheden. Uit de gepubliceerde documenten blijkt dat de NZa bij dit soort vraagstukken verschillende gezichtspunten laat meewegen om tot een zorgvuldig besluit te komen. Ook bij het zoeken naar de balans tussen de informatie die we nodig hebben om ons werk te doen en de bescherming van de privacy. De uitkomst is dat de NZa niet meer gegevens opvraagt dan nodig is voor het uitvoeren van onze wettelijke taken.