• Er is een verschil tussen wat er in totaal is gedeclareerd en wat er aan daadwerkelijke kosten is gemaakt, rekening houdend met verrekeningen voor bijvoorbeeld gemaakte contractafspraken. Over het algemeen liggen de kosten na verrekening lager dan wat er initieel gedeclareerd is. In 2020 en 2021 was dit niet het geval doordat er in de declaratiestromen geen rekening gehouden kon worden met de COVID-19 regelingen. De verwachting is dat de COVID-19 pandemie minder grote invloed heeft gehad op het gebruik van dure geneesmiddelen.
  • De totale msz kosten (incl. COVID-19 regelingen en na verrekening) zijn in 2023 gestegen naar bijna 29 miljard euro, van bijna 26,7 miljard euro in 2022. De stijging van de totale msz kosten (incl. COVID-19 regelingen) lag in 2023 op 6,8%, in 2022 was dit nog 2,4%. Op basis van zeer voorlopige cijfers zien we voor 2024 nu ook een forse stijging, dit is waarschijnlijk voor een groot deel veroorzaakt door loon- en prijsstijgingen en niet zo zeer een toename in zorggebruik.
  • De  uitgaven aan dure geneesmiddelen (na verrekening) zijn tussen 2023 en 2022 met 1,8% gestegen naar bijna € 2,5 miljard en omvatten in 2023 9,1% van de totale kosten van de msz (na verrekening en exclusief covidregelingen*). Zie de kerncijfers geneesmiddelenzorg voor uitgebreidere analyses m.b.t. dure geneesmiddelen.
  • In het hoofdlijnenakkoord (HLA (msz) en in het integraal zorgakkoord (IZA) (msz) is afgesproken dat het macrokader msz beperkt mag groeien. De totale uitgaven die relevant zijn voor het HLA en het IZA, verschillen van de totale uitgaven zoals die hier gepresenteerd worden. Dat komt omdat er specifieke afspraken gemaakt zijn over wat wel en niet meetelt. Deze afspraken variëren zowel tussen de akkoorden als ook over de periodes heen. Daarnaast zijn de tabellen hier niet gecorrigeerd voor loon- en prijsbijstellingen, terwijl de HLA en IZA bedragen hiervoor gecorrigeerd worden. In Bijlage 1 bij de Monitor Medisch Specialistische Zorg 2022 van de NZa wordt dit uitgebreid toegelicht. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport rapporteert in haar jaarverslag over de voorlopige realisatie bestuurlijke akkoorden curatieve zorg.

Totale kosten msz* en dure geneesmiddelen

In miljoenen euro's

Bron: Zorginstituut Nederland (jaar- en kwartaalstaten)

Totale gedeclareerde- en uitgaven na verrekening

In miljoenen euro's

vars20192020202120222023***2024***
Totaal msz* gedeclareerd24.417,5023.158,7025.771,6026.665,3028.90130.564,50
Totaal verrekend** msz-398,11.948,70271,8-6,7-417,659,8
Totale msz uitgaven na verrekening incl. dgm en incl. covidregelingen24.019,4025.107,4026.043,4026.658,6028.483,4030.624,30
Waarvan covidregelingen02.125,20956,2393,4100,1-8,4
Totale dgm gedeclareerd25812.722,502.971,902.941,503.046,503.061,50
Totaal verrekend** dgm-173,3-195,9-370,4-397,3-456,2-366,1
Totale uitgaven dgm na verrekening2.407,702.526,602.601,502.544,202.590,302.695,40

* De kostendefinitie van de totaal gedeclareerde msz sluit aan bij de rubriekenindeling van de jaar- en kwartaalstaten; rubriek ‘06 Medisch-specialistische zorg’ in de jaar- en kwartaalstaten en is inclusief uitgaven dure geneesmiddelen. De verzekeraars leveren de jaar- en kwartaalstaten data aan bij het ZIN. Het ZIN controleert en corrigeert deze cijfers. Zie voor meer informatie de Zorgcijferdatabank.
** Verrekening: 

  • Betalingen door zorgverleners (ziekenhuizen) aan zorgverzekeraars op grond van gemaakte contractafspraken (verrekening achteraf op basis van onder andere gerealiseerde volumes).
  • Betalingen door fabrikanten/leveranciers (via een ‘trusted third party’) aan zorgverzekeraars op grond van kortingsafspraken tussen het ministerie van VWS en fabrikanten/leveranciers (verrekening achteraf op grond van gerealiseerde volumes).
  • Raming van nog te verwachten declaraties.

*** voorlopig

Groei totale kosten msz

In procenten

vars20192020202120222023***2024***
Toename uitgaven dgm (%)4,84,93-2,21,84,1
Toename totale uitgaven (incl. dgm en covidregelingen) (%)3,84,53,72,46,87,5

Doelgroepen msz
 

  • Zoals in de voorafgaande jaren omvat de doelgroepencluster Nieuwvormingen het grootste aandeel (20,7%) gevolgd door Hartvaatstelsel (14,1%).
  • Vergeleken met 2019 zijn de uitgaven voor alle doelgroepen toegenomen. De grootste toename in uitgaven is bij de behandelingen van Nieuwvormingen te zien (€1.033 miljoen). Gevolgd door uitgaven voor behandeling van aandoeningen aan zenuwstelsel en zintuigen (€554 miljoen) en aan het hartvaatstelsel (€541 miljoen).
  • Sinds het dip in 2020 als gevolg van de COVID-19 is het aantal zorggebruikers de afgelopen jaren weer toegenomen. Met rond 10,4 miljoen patiënten is het niveau voor de pandemie in 2019 met 1,7% overschreden. Zoals de afgelopen jaren heeft het doelgroepencluster Zenuwstelsel en zintuigen de meeste zorggebruikers, met rond 2 miljoen unieke zorggebruikers. Dat is een toename van 2,4% binnen een jaar. De twee doelgroepen met de hoogste uitgaven (Nieuwvormingen en Hartvaatstelsel) staan met betrekking tot het aantal unieke zorggebruikers respectievelijk op plek 2 en 4.
  • De hoogste uitgaven aan dure geneesmiddelen binnen de msz zitten in het doelgroepencluster Nieuwvormingen (5,1% van de totale kosten msz). In de periode tussen 2020 en 2023 is dit aandeel met 0,8% punten gedaald. De een na de grootste doelgroepencluster m.b.t. de aandelen dure geneesmiddelen binnen de msz is de groep Zenuwstelsel en zintuigen, met 1,2%. 
  •  

Aandeel doelgroepenclusters in kosten

In procenten

Toename doelgroepenclusters in kosten 2023 ten opzichte van 2019

In miljoenen euro's

Bron: Vektis

Aantal unieke zorggebruikers per doelgroepencluster

In duizendtallen

Bron: Vektis

Aandeel kosten dure geneesmiddelen

In procenten