Ambulancezorg

We brengen de definities in de regels voor ambulancevoorzieningen in lijn met de memorie van toelichting van de Wet ambulancevoorzieningen (Wazv).  Concreet betekent dit dat het begrip ‘klinische patiënt’ wijzigt naar ‘patiënt’. 

Door deze verandering wordt het belangrijker of de twee locaties waartussen niet-spoedeisend vervoer plaatsvindt, één zorgaanbieder of twee verschillende zorgaanbieders zijn.

Zorgaanbieders met verschillende locaties zullen door deze aanpassing zelf de kosten van ambulancevervoer tussen locaties moeten dragen. Dit kan voorkomen wanneer bijvoorbeeld één locatie intramurale zorg levert en een andere locatie medisch specialistische zorg. Uitzonderingen voor vervoer in verband met Wbmv-zorg en topreferente zorg blijven bestaan.

Bekijk voor meer informatie ook onze vernieuwde informatiekaart Rekening van niet-spoedeisende ambulancezorg.

Per 2025 hanteren we andere verdeelsleutel voor de opbrengstverrekeningen van de ambulancezorg. Met de opbrengstverrekening wordt het verschil tussen afgesproken budget en opbrengsten (gedeclareerde prestaties) verrekend. Per 2025 gebruiken we voor de opbrengstverrekeningen een landelijk uniforme verdeelsleutel op basis van marktaandelen van landelijke aantallen verzekerden. Deze wordt jaarlijks door Vektis gepubliceerd.

Lees ook de brief Wijziging verdeelsleutel definitieve opbrengstverrekening ambulancezorg.

We passen onze regels naar aanleiding van de uitspraak van het CBb op 3 punten aan. U leest hieronder om welke 3 punten het gaat.

• Het begrip ‘instelling’ vervangen we door ‘zorgaanbieder’. De definitie van zorgaanbieder die we in de Beleidsregel regionale ambulancevoorzieningen 2024 volgen, kunt u vinden in artikel 1.1.c van de Wet markordening gezondheidszorg.
• We verduidelijken de definities van intra- en interklinisch vervoer per 2024. We voegen de definitie van het begrip ‘groep’ toe in de nieuwe beleidsregel. We volgen hierin artikel 5.4 van EG nr.139/2004.

Vanaf 2024 komen de kosten van het vervoer in verband met Wmbv-functies en topreferente zorg altijd voor rekening van de zorgverzekeraar. Het maakt hierbij niet meer uit of er sprake is van interklinisch of intraklinisch vervoer.

Zie ook onze informatiekaart Rekening niet-spoedeisende ambulancezorg.

De beschrijving van Artikel 29 sluit nu beter aan op de praktijk van zorgcoördinatie. Na de tien pilotregio’s kan nu iedere regio beginnen met het organiseren van zorgcoördinatie, in voorbereiding op landelijke en structurele regels.

Artikel 29a vervalt per 2024. Het coronavirus is in de endemische fase beland. Er worden daarom geen grote extra kosten meer gemaakt.