De wachttijden in de ggz zijn langer dan de normen die in Nederland zijn afgesproken. Patiënten zijn daarvan de dupe. Zorgaanbieders, zorgverzekeraars, het ministerie van VWS, beroepsverenigingen en patiëntenorganisaties hebben daarom afgesproken om de wachttijden terug te dringen. Door inzicht in de wachttijden kunnen onder meer zorgverzekeraars, zorgaanbieders en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) gerichte acties opzetten om wachttijden terug te dringen. Daarnaast kunnen zorgvrager en huisarts de wachttijd meewegen bij de keuze voor een bepaalde zorgaanbieder.

Hieronder leest u wat elk aspect van het formulier wachttijden GGZ toevoegt aan het toegankelijk en betaalbaar houden van de ggz.

Wachttijden

Zorgaanbieders leveren de wachttijden aan voor de verschillende hoofddiagnosegroepen voor zowel aanmelding als behandeling. De wachttijden zijn belangrijk voor zorgvragers. Zorgvragers en verwijzers kunnen namelijk inzicht krijgen in deze data om te zien of de zorgvrager snel terecht kan bij een passende zorgverlener. Ook kunnen zorgvragers bij hun zorgverzekeraar terecht voor zorgbemiddeling. De zorgverzekeraar gebruikt de data om te kijken of een zorgvrager bij een andere zorgaanbieder sneller terecht kan. Zo kunnen zorgvragers zo snel mogelijk terecht voor passende zorg. Daarnaast worden deze data gebruikt door beleidsorganen om beleid op af te stemmen, zodat de wachttijden kunnen worden teruggedrongen.

Aantal wachtenden (retrospectief)

Ggz-ondernemingen met meer dan 10 zorgverleners leveren het retrospectief aantal wachtenden aan. Dit is het aantal zorgvragers dat in de afgelopen 2 maanden is ingestroomd per hoofddiagnosegroep voor intake of behandeling. Daarnaast geven de aantallen inzicht in de instroom binnen en buiten de treeknorm. Deze gegevens zijn nuttig bij beleidsvorming. Zo kan dit in beeld brengen aan welke hoofddiagnosegroepen verschillende partijen binnen het ggz veld en de beleidsmakers extra aandacht dienen te geven, om uiteindelijk de wachttijden terug te dringen. Ook gebruiken zorgverzekeraars deze gegevens voor de zorginkoop.

Door deze gegevens op te vragen wordt beleid dus geoptimaliseerd, kunnen zorgverzekeraars inkoop bepalen én hebben zorgvragers en verwijzers inzicht in waar de zorgvrager tijdig terecht kan. Dit alles met als doel de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden.

Per 2026 nieuwe werkwijze wachttijdgegevens uit declaratiedata

De huidige werkwijze zorgt voor administratieve lasten bij zorgaanbieders en is door de handmatige aanlevering foutgevoelig. Om de administratieve lasten voor u als zorgaanbieder te verlagen en daarnaast te zorgen voor betrouwbaardere en completere informatie over wachttijden is gewerkt aan een nieuwe werkwijze voor het vaststellen van de wachttijden ggz. Aanbieders met 1 vestiging hoeven vanaf 1 januari 2026 geen wachttijdgegevens meer aan te leveren via het Zorgbeeldportaal. Voor aanbieders met meer vestigingen werken wij er samen met andere betrokken partijen ook naartoe dat aanlevering in de toekomst niet meer nodig zal zijn. Op onze pagina Gegevens aanleveren ggz vindt u meer informatie.

Verwijsdatum

Bij de nieuwe werkwijze is geprobeerd zoveel mogelijk aan te sluiten bij de huidige werkwijze en definities, om zo de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen en ggz-aanbieders zo min mogelijk te belasten. Wel is er een belangrijk verschil in het moment wanneer de wachttijd begint. Bij de werkwijze via het Zorgbeeldportaal begint de aanmeldwachttijd op het moment dat de cliënt of verwijzer een eerste afspraak maakt bij een zorgaanbieder voor een intakegesprek. Bij de werkwijze via de declaratiedata is afgesproken dat de wachttijd begint op het moment dat de meest recente verwijzer de verwijzing heeft opgesteld: de verwijsdatum. De voorzieningenrechter heeft namelijk aangegeven dat dat het moment is, objectief bepaalbaar, dat de behoefte aan zorg is vastgesteld. Deze verwijsdatum moet dus worden vastgelegd en gedeeld in de declaratiestroom.

Verschillende wachttijdberekeningen in 2026

Voor aanbieders met meerdere vestigingen is het in 2026 nog niet mogelijk om de wachttijden uit de declaratiedata te halen. Om dat te kunnen doen is het nodig om de vestiging of locatie ook inzichtelijk te maken binnen de declaratiedata. Dat is nu nog niet mogelijk, maar hier wordt door de betrokken partijen hard aan gewerkt en het streven is om dit per 2027 mogelijk te maken.
Voor aanbieders met 1 vestiging speelt dit niet. Om op korte termijn de administratieve lasten voor deze zorgaanbieders te verlagen en daarnaast te zorgen voor betrouwbaardere en completere informatie over wachttijden is er door de betrokken partijen gekozen om deze nieuwe werkwijze stapsgewijs in te voeren, Dit betekent dat er in 2026 2 werkwijzen zijn: voor de aanbieders met 1 vestiging via de declaratiedata en voor de aanbieders met meerdere vestigingen via het Zorgbeeldportaal.  

Inzicht wachttijden bij ongecontracteerde zorgaanbieders

Ook de wachttijden van de ongecontracteerde zorgaanbieders (met 1 vestiging) zullen in 2026 worden vastgesteld op basis van declaratiedata. Door middel van de restitutienota's is er zicht op de verwijsdatum en de verschillende prestatiecodes welke worden gebruikt voor het vaststellen van de wachttijden