De Nederlandse gezondheidszorg is volop in beweging. Organisaties in zorg en welzijn, professionals, inwoners, gemeenten en zorgverzekeraars ondersteund door de overheid spannen zich in om de zorg van goede kwaliteit, toegankelijk en betaalbaar te houden. We schetsen in deze paragraaf de belangrijkste uitdagingen en bewegingen die we zien de gezondheidszorg. In de sectorbeschrijvingen  zien we deze uitdagingen en de gevolgen daarvan specifiek voor de betreffende sector terugkomen.

Een toenemende en veranderende zorgvraag

Nederland vergrijst in hoog tempo. In 2025 zal meer dan 1 op de 5 Nederlanders 65 jaar of ouder zijn. Dit zorgt voor een toename van ouderdomsziekten. De zorgvraag groeit mee, vooral door het toenemende aantal mensen met meerdere chronische aandoeningen en dementie. In 2022 telden we al 5,7 miljoen mensen met 2 of meer chronische ziekten. En in 2023 was het aantal mensen met dementie opgelopen tot 277.000, van wie het merendeel thuis woont. Deze groeiende groep steeds ouder wordende Nederlanders heeft andere wensen en verwachtingen van zorg en preventie dan de generaties voor hen en dat vraagt om maatwerk passend bij individuele behoeften. Daarnaast zal het zorggebruik bij alle leeftijdsgroepen toenemen door technologische ontwikkelingen en nieuwe behandelmethoden.

Daarbij groeit in de samenleving ook het besef dat gezondheid meer is dan de afwezigheid van ziekte. Mensen willen niet alleen gezond zijn, maar vooral betekenisvol leven. Dit zie je bijvoorbeeld terug in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg, waarin organisaties inzetten op wat iemand nodig heeft om van waarde te kunnen zijn.

De verschillen zijn groot: mensen in de hoogste sociaaleconomische klasse leven gemiddeld 8 jaar langer en zelfs 24 jaar langer in goede gezondheid dan mensen in de laagste klasse. Een hogere chronische ziektelast bij lagere inkomensklassen leidt tot een lagere levensverwachting en is voor 60% te verklaren door een sneller verouderingsproces dat al op vroege leeftijd begint. Chronische ziekten leiden tot langdurige zorgbehoeften en verminderde levenskwaliteit.

Zorg anders organiseren voor meer mensgerichte en geïntegreerde zorg

Een oplossingsrichting voor de toenemende en veranderende zorgvraag ligt in een andere manier van organiseren en verlenen van zorg. Er wordt volop geïnnoveerd in de dagelijkse praktijk om de zorg beter aan te laten sluiten op het dagelijks leven van mensen en hun behoefte aan regie, nabijheid en afstemming. Drie hoofdbewegingen waarin veel kansen gezien worden zijn: ziekenhuiszorg verplaatsen naar dichtbij huis, meer inzet op collectieve preventie, en de kracht van de regio benutten.

Ziekenhuiszorg verplaatsen naar dichtbij huis

We zien steeds meer initiatieven die zorg verplaatsen van het ziekenhuis naar thuis of dichtbij huis. Denk aan de wijkkliniek voor acute ouderenzorg. Ouderen met een laag complexe medische zorgvraag worden niet langer in het ziekenhuis opgenomen, maar worden behandeld in combinatie met herstel in een wijkkliniek. Ook wordt geïnvesteerd in digitale monitoring, de inzet van technologie en kunstmatige intelligentie, en gegevensuitwisseling waardoor beter zorg op afstand verleend kan worden en er beter kan worden samengewerkt. Kunstmatige intelligentie en digitale gegevensuitwisseling bieden enorme kansen, bijvoorbeeld op het gebied van samenwerking.

Van individuele naar collectieve preventie

Preventie is een breed begrip dat zich kan richten op gezondheidsbevordering, het verminderen van symptomen bij ziekte of gezondheidsproblemen, of het voorkomen van verdere negatieve effecten van gediagnosticeerde ziektes en gezondheidsproblemen. Over het algemeen worden er 2 strategieën voor preventie onderscheiden, namelijk individuele en collectieve preventie. Individuele preventie is gericht op het individu, terwijl collectieve preventie zich richt op groepen of de hele bevolking. Steeds meer ontwikkelt preventie zich van individuele interventies naar collectieve en leefomgeving-gerichte aanpakken. Een goed voorbeeld hiervan is het landelijke actieprogramma Kansrijke Start. In meer dan 250 gemeenten wordt samengewerkt tussen zorgprofessionals, gemeenten en het sociaal domein om ouders en kinderen een gezonde, veilige start te geven. Een ander voorbeeld is de buurt als ecosysteem waarin (maatschappelijke) zorg eenvoudiger, integraal en op buurtniveau is georganiseerd. Samen zorgen voor elkaar en collectieve preventie zijn hierin belangrijke elementen. Er is een sterk samenspel tussen inwonersinitiatieven, informele zorg en formele zorg, georganiseerd vanuit de leefgemeenschap en aansluitend op ‘het gewone leven’.

De kracht van regionale netwerken

Het samenspel tussen zorg, welzijn en informele zorg krijgt steeds meer vorm in regionale netwerken en wijkgerichte samenwerkingsverbanden. Binnen het Integraal Zorgakkoord (IZA) en de aanvullende afspraken in het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) wordt er gewerkt aan beter toezicht, heldere verantwoordelijkheden en een gedeeld commitment.

Ons toezicht en dat van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd laat zien dat bepaalde zorg –zoals kraamzorg in de zomer en complexe ggz– onder druk staat. We zien hier positieve beweging. In steeds meer regio’s nemen zorgverzekeraars en zorgaanbieders samen verantwoordelijkheid voor kwalitatief goede, toegankelijke en betaalbare zorg. Met regionale transformatieplannen worden nieuwe samenwerkingsverbanden opgezet die moeten leiden tot verbeterde toegankelijkheid. En daarbinnen zien we steeds meer innovaties gericht op het samenspel tussen zorg, welzijn en informele zorg.

Binden, boeien en behouden van zorgprofessionals

De zorg draait op mensen. Alleen met voldoende mensen kunnen we de zorg toegankelijk houden. Al jaren zien we een oplopend personeelstekort en hoge werkdruk. In 2025 zal de grijze druk naar verwachting oplopen tot 35,5%; dat betekent dat er per 100 personen in de werkzame leeftijd (20 tot en met 64 jaar) zo’n 35 65-plussers zijn. Steeds meer zorgprofessionals gaan met pensioen, terwijl de absolute instroom in opleidingen afneemt. Ook de uitstroom is zorgwekkend: 21% van de zorgprofessionals overweegt binnen een jaar de zorg te verlaten.

Toch is er ook hier volop beweging. Er wordt hard gewerkt aan het binden, boeien en behouden van zorgprofessionals. Zeggenschap blijkt daarbij een sleutelbegrip: hoe meer professionals het gevoel hebben invloed te hebben op hun werk, hoe kleiner de kans dat ze vertrekken. Ook initiatieven zoals regionaal werkgeverschap en taakverschuiving bieden perspectief op meer werkplezier, minder werkdruk en behoud van waardevolle kennis en kunde.

Het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO) zet hoog in op het beperken van arbeidstekort. Volgens KPMG kunnen deze maatregelen in het meest optimistische scenario het tekort tot 2028 met 91 duizend werknemers verminderen. De grootste winst in het verminderen van het arbeidstekort zit in het langer thuis laten wonen van ouderen door zelfredzaamheid en eigen regie te versterken, met goede ondersteuning voor de mantelzorger. AI-toepassingen zoals spraakgestuurde dossiervoering kunnen daarbij eveneens duizenden zorgmedewerkers ontlasten is de verwachting.

PwC Strategy& berekende dat inzet op integrale zorg het verwachte personeelstekort in 2032 met 31 tot 62% kan terugdringen; een besparing van 65.000 tot 130.000 extra benodigde zorgmedewerkers.

Conclusie: een zorgstelsel in transitie

Organisaties in zorg en welzijn, professionals, inwoners, gemeenten en zorgverzekeraars ondersteund door de overheid spannen zich in om de zorg van goede kwaliteit, toegankelijk en betaalbaar te houden. Er gebeurt veel. Nu is het tijd om door te zetten en bewezen effectieve innovaties op te schalen en te borgen.

Terug naar de overzichtspagina