Valpreventie vergoed vanaf 2024

Preventieve zorg die het risico op vallen verkleint, wordt voortaan vergoed vanuit het basispakket. Met valpreventie wordt voorkomen dat mensen mogelijk meer en intensievere zorg nodig hebben. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt prestaties vast voor de valrisicobeoordeling met een maximaal tarief en de valpreventieve beweeginterventie met een vrij tarief. Zorgaanbieders kunnen vanaf 1 januari 2024 deze prestaties declareren.

Beeld: ©ISK

Valrisicobeoordeling

Bij de valrisicobeoordeling wordt aan de hand van een uitgebreide vragenlijst bekeken welke factoren de oorzaak kunnen zijn van het hoge valrisico. Daarna wordt er gelijk een advies op maat gegeven over eventueel te nemen vervolgacties. Dit advies kan bestaan uit verschillende maatregelen, zoals een controle op bijwerkingen van bepaalde medicijnen, een oogtest of een valpreventieve beweeginterventie. Na twee à drie maanden kan een evaluatiemoment volgen om te kijken of het advies is opgevolgd. Dit evaluatiemoment is onderdeel van de valrisicobeoordeling. Voor deze zorg geldt een maximumtarief. Lees hier over de beleidsregel valrisicobeoordeling. 

Valpreventieve beweeginterventie

Valpreventieve beweeginterventies kunnen plaatsvinden in zowel het sociaal domein (vanuit de gemeente) als in de Zorgverzekeringswet (Zvw). De prestaties die de NZa vaststelt, gelden alleen als de zorg valt onder de Zorgverzekeringswet. Een fysiotherapeut of oefentherapeut begeleidt de beweeginterventie die bestaat uit een intake gevolgd door een trainingsprogramma. Voor deze zorg geldt een vrij tarief. Lees hier over de beleidsregel valpreventieve beweeginterventie. 

Bewezen effectieve zorg

Het Zorginstituut Nederland heeft in april 2022 beoordeeld dat valpreventie bewezen effectief is en voor een deel onder de verzekerde zorg valt. Valpreventie is een goed voorbeeld van passende zorg omdat het risico op vallen wordt verkleind. Hiermee wordt voorkomen dat mensen mogelijk meer en duurdere zorg nodig hebben.